OPINIE - Betaalbaar wonen sneuvelt in stilte, tenzij de raad ingrijpt
- Jacques Offenbach

- 11 nov
- 3 minuten om te lezen
door: Tjeerd Ritmeester
Vlak voor de herfstvakantie werd de Eindhovense gemeenteraad volledig verrast. Het college kwam met een voorstel om te sleutelen aan de betaalbaarheidseis voor nieuwbouwwoningen. Dat voorstel maakt het niet alleen moeilijker om een betaalbare woning te vinden, maar tast ook de geloofwaardigheid van de gemeente aan.

Op dinsdag 11 november staat het woonprogramma 2025-2030 op de agenda. Het belooft een spannende avond te worden want over het voorstel om de 85%-eis te versoepelen wordt nu al fel gedebatteerd. Deze eis bepaalt dat 85% van alle nieuw te bouwen woningen binnen de betaalbare categorie moet vallen.
Voorstanders van die regel benadrukken dat dit de enige manier is om voldoende betaalbare woningen te garanderen. Tegenstanders noemen het juist een rem op de woningbouw. Maar voor dat laatste is geen enkel bewijs. Gemeenten met lagere eisen bouwen niet meer of sneller dan Eindhoven. Ook het argument dat versoepeling de doorstroming zou bevorderen, houdt geen stand. Een groot deel van de vermogende woningzoekers komt van buiten de stad, vaak zelfs uit het buitenland, en laat dus geen betaalbare woning in Eindhoven achter.
Het voorstel zet ook de geloofwaardigheid van de gemeenteraad onder druk. De 85%-regel is een van de belangrijkste afspraken uit het bestuursakkoord. In de vorige raadsperiode is er veelvuldig over gesteggeld, maar telkens was er een meerderheid die vasthield aan deze norm. Sterker nog, eerder dit jaar werd met een amendement vastgelegd dat het verlagen van deze eis “onbespreekbaar” zou zijn.
Ironisch genoeg was zelfs het college daar al die tijd mee eens. In mei nog zei de wethouder dat een lagere betaalbaarheidseis, zoals D66 en VVD wilden, niet leidt tot meer of snellere bouw. Integendeel, ze waarschuwde dat het dan slechts een kwestie van tijd zou zijn voordat een rijtjeshuis in Eindhoven een miljoen euro kost, net als in Amsterdam.
Des te onbegrijpelijker is het dat ditzelfde college nu voorstelt om uitzonderingen toe te staan op de 85%-norm. Deze zijn zo algemeen opgesteld dat het feitelijk neerkomt op een verlaging. Ook de manier waarop verdient niet de schoonheidsprijs. Zonder toelichting, zonder uitleg kwamen deze voorstellen vervolgens naar de raad. Voor- en tegenstanders van de verlaging voelden zich niet serieus genomen.
De hoop is nu gevestigd op de linkse coalitiepartijen PvdA en GroenLinks. Zij hebben jarenlang gestreden voor behoud van de 85%-regel. Ik weet dat uit eigen ervaring, toen ik nog deel uitmaakte van de PvdA-fractie heb ik dit standpunt veelvuldig mogen verwoorden.
Het is niet zeker dat deze partijen daadwerkelijk gedraaid zijn maar er is reden tot zorg. Tijdens het interpellatiedebat twee weken geleden probeerden beide partijen de verlaging al te bagatelliseren. Bovendien bleken zij de stukken eerder dan de rest van de raad te hebben ontvangen. Hadden zij toen al invloed op de inhoud? Zijn ze misschien al akkoord gegaan? Laten we hopen van niet, maar ze hebben de schijn tegen.
Toch blijft de hoop op deze partijen gevestigd. Nog in mei schreef ik samen met de PvdA en GroenLinks, een opinie in deze krant over het belang van de 85%-regel. Ook in de verkiezingsprogramma’s van zowel de PvdA als GroenLinks voor de komende gemeenteraadsverkiezingen staat dat zij deze norm willen behouden. Hopelijk laten ze hun politieke beloftes niet al varen voordat de verkiezingen überhaupt geweest zijn.
De druk is groot maar de 85%-regel is te belangrijk voor iedereen die op een betaalbare woning rekent. Op 11 november moet de raad laten zien dat haar controlerende taak en politieke beloftes nog betekenis hebben. Zo niet, dan staat niet alleen de geloofwaardigheid van sommige partijen op het spel, maar die van de hele raad.


